Lijden en troost

Naar intussen gevestigde traditie zet het Antwerp Symphony Orchestra in de paastijd een passieconcert op het programma. Dit jaar kan je in de gouden zaal een bijzondere uitvoering van de Mattheuspassie van Johann Sebastian Bach bijwonen. Voor dit oratorium rukt een internationaal gerespecteerde cast aan, met een bijzondere expertise in de Duitse traditie van dit monument uit de muziekgeschiedenis. Het dramatische verhaal – waarin Jezus wordt verraden voor dertig zilverstukken – houdt velen in de ban. Zeker door de meeslepende wisselwerking tussen tekst en muziek in Bachs versie van het Bijbelverhaal.

Het lijdensverhaal van Christus wordt al eeuwenlang gezongen in de liturgie van de Goede Week. Het was Bach die met zijn Mattheuspassie een dramatische muzikale lezing van het verhaal bracht, stipt Ignace Thevelein aan. Hij is in het bisdom Brugge verantwoordelijk voor de kerkmuziek en kapelmeester van de Sint-Salvatorskathedraal. Als dirigent voerde hij de Mattheuspassie al verschillende keren uit. ‘Het drama slaat op het feit dat dit een toneel is met verschillende figuren. Bijzonder is dat Bach het verhaal onderbreekt met overwegingen en bedenkingen in de vorm van aria’s. Die drukken de emotie van een moment in het verhaal uit. Ze laten de toehoorder intenser meeleven met de gebeurtenissen. Een tweede belangrijke ingreep is dat Bach koralen – kerkliederen dus – in het verhaal voegt. Die liederen waren destijds in het 18e-eeuwse Leipzig van Bach zeer goed gekend. Bach gaf deelnemers aan de kerkdienst zo de ‘kans om te reageren op het lijden van Jezus en hun verbondenheid uit de drukken.’

‘Het werkt helend, zeker in een tijd van stress. Mensen nemen een bad in de Mattheuspassie en komen er anders uit.’

Geen verraad voor het geld

Dertig zilverstukken. Die krijgt Judas van de hogepriesters om Jezus te verraden. ‘Máár dertig zilverstukken’, merkt Thevelein op. ‘Dat was heel weinig geld, dat bedrag werd betaald voor een slaaf. Judas heeft Jezus dus helemaal niet verraden voor het grote geld. Als hij beseft dat Jezus ten dode opgeschreven is, krijgt hij berouw. Maar het kwaad is geschied, hij kan zijn fout niet herstellen. Het is een uitzichtloze situatie en de enige oplossing die hij nog ziet, is uit het leven stappen. Het boek Judas van de Israëlische schrijver Amos Oz bevat een zeer interessante hypothese: volgens Oz gelooft Judas echt dat Jezus de zoon van God is, terwijl de anderen daaraan twijfelen. Door Jezus over te leveren aan de Romeinen, denkt hij hem de kans te geven zich te bewijzen als de echte zoon van God. Maar als Jezus geen stunt doet om zich te bevrijden, is Judas totaal ontgoocheld. In die ontgoocheling beneemt hij zich van het leven. Maar het zou te makkelijk zijn als Jezus ons zou overtuigen met wonderen. Geloven is net iets aannemen op het woord van een ander. Het is niet zeker zijn. Het is belangrijk om deze kant van de figuur Judas ook te belichten. Petrus heeft Jezus ook verraden, zij het niet voor geld. Zelfs drie keer! Wat is het verschil tussen beide figuren? Soms gaat men te snel over de diepte van die personages, maar Bach deed dat niet. De aria Blute nur, du liebes Herz lijkt te gaan over het bloedend hart van een moeder. Maar dat stuk gaat over Jezus die als een moeder was voor Judas. Zijn hart bloedt omdat Judas, het kind dat hij heeft opgevoed, hem zo verraadt. Het toont aan hoeveel diepte Bach in dit werk heeft gebracht.’ 

 

Naast tekst en muziek bepaalt ook een derde element de beleving van de Mattheuspassie: de stilte.

Troost in de stilte

Het is uiteraard niet alleen de tekst, maar ook de muziek die de toehoorder een emotionele belevenis bezorgt. ‘De muziek transformeert de teksten’, zegt Thevelein. ‘Ook mensen die de tekst niet begrijpen, worden geraakt door de muziek. De inhoud wordt door de muziek geprojecteerd, op een sterkere manier dan wanneer je gewoon de tekst zou lezen.’ Naast tekst en muziek bepaalt ook een derde element de beleving van de Mattheuspassie: de stilte. In zijn boek Troost in muziek. Een polyfone blik op de Mattheuspassie wijst filosoof Hendrik Opdebeeck op wat twee van de coauteurs over de stilte schrijven. Hij merkt op dat ‘zowel Sigiswald Kuijken, die tijdens zijn leven in de richting van het geloof evolueerde, als Philippe Herreweghe, die beweert een omgekeerde evolutie mee te maken, de conclusie trekken dat uiteindelijk slechts in de nabijheid van stilte troost te vinden is.’ Ignace Thevelein ziet veel dirigenten een stilte inbouwen tussen de nummers van de Mattheuspassie. Hij doet dat zelf ook en op een bepaald moment zelfs erg ingrijpend. ‘Bij de dood van Jezus heb ik in de uitvoeringen een volledige minuut stilte gehouden. Dat is indrukwekkend, hoor.’


Thevelein – zelf priester – denkt dat de Mattheuspassie zowel gelovigen als niet-gelovigen aangrijpt omdat elke mens er iets anders in kan vinden. Hij haalt het boek van Opdebeeck aan om te stellen dat de muziek troost brengt, ook los van het verhaal. ‘Het werkt helend, zeker in een tijd van stress. Mensen nemen een bad in de Mattheuspassie en komen er anders uit.’ Verdriet, angst, teleurstelling, paniek, berusting, berouw, maar ook hoop en geloof: de Mattheuspassie staat bol van de emoties. Voor Thevelein appelleren ze aan het dagelijkse leven van de luisteraar, maar ook aan wat er in de wereld gebeurt. ‘Thema’s als de zinloze dood of het zinloze lijden: je moet de krant maar openslaan en je leest erover. Dat wordt door de muziek zeer pakkend aangebracht en daardoor spreekt het ook zoveel sterker aan. Bach als toppunt van de menselijke kunst met daaraan gekoppeld die emoties: ik denk dat dat ervoor zorgt dat de Mattheuspassie zo beklijft.’